Interview met De Prinses

Onderstaand interview stamt uit 3 december 2006 (Laaglandische jaartelling) naar aanleiding van de vertegenwoordiging van De Hooglanden door Chladmai op het COC Songfestival van datzelfde jaar. De Prinses neemt namens Chladmai het woord:


Elise C.J. van Alphen (COC Leiden): “Waarom heeft U gekozen om mee te doen aan het songfestival?”

De Prinses: “Welnu, ‘gekozen’… kijk, in Koninklijke Kringen wordt men veeleer ‘gevraagd’. Zo ook in dit geval. Wij werden gevraagd door de u vast alom bekende Christine Carrington van The Alley Girls. Zij had Onze verrichtingen bij de door haar georganiseerde Miss Holland verkiezing in De Roze Beurs dermate waardig ingeschat, dat zij Ons doortipte naar het COC Songfestival. Wij zijn haar buitengewoon dankbaar hiervoor, en Wij waren door onze pauwetrots uiteraard direct bereid het COC Leiden te vertegenwoordigen, en dat zullen Wij beslist met Prinsesselijke Pracht doen.”


E: “Hoe zou U Uzelf beschrijven?”

DP: “Wij zijn Prinses Lesley I van De Hooglanden van Koning Octaaf XII – Onze vader. Wij zijn tevens Kroonprinses, en het is mede daardoor dat Wij het deste buitengewoon leuk toepasselijker vonden in uw welhaast gelijknamige blad te verschijnen. In De Hooglanden zijn Wij de eeuwig stralende Prinses waar Het Volk dol op is. Wekelijks rijden Wij in onze Koninklijke Koets door het land en wuiven naar de koortsachtig enthousiaste menigten, die maar niet genoeg van Ons en Onze prachtige verschijning kunnen krijgen.

Wij zijn in Ons privéleven echter druk doende op creatief vlak. Wij maken muziek, nemen dat op, schrijven teksten, ontwerpen kleding, en creëren zodoende een act, om deze vervolgens aan het publiek te tonen, in Onze Hoog- dan wel uw Laaglanden. Dat gaat vaak incognito: deze keer bij het COC Songfestival gaan Wij als Chladmai – een vrijgevochten, Laaglandiese moslima met een eigen mening. Chladmai gaat in Delft één en ander aan de kaak stellen aangaande de multiculturele samenleving in De Laaglanden. In De Hooglanden is alles zeer goed geregeld met mensen van allochtone afkomst. In De Laaglanden is men nog niet zover, en Wij willen graag een steentje bijdragen cq Onze kennis met jullie delen.”


E: “Heeft U dromen in een verdere carriere als zangeres?”

DP: “Daar zegt u zowat! Wij zouden nog bijna durven stellen dat Prinses Lesley zelfs geheel is ópgebouwd uit dromen! Wij zijn echter bezig met het langzaam maar zeker verzilveren van deze dromen. Wij zijn inmiddels reeds een succesvol zangeres geworden, breiden onze bekendheid langzaam maar zeker uit, en zullen te zijner tijd beslist komen met de release van een CD met daarop een flinke verzameling van Onze muziek. Ondertussen timmeren Wij aan de weg met optredens, zowel solo als in een muziekensemble genaamd ‘De Koninklijke Kerozine Kikkers‘.”


E: “Heeft U Uw concurrentie al gehoord? En hoeveel kans schat U Uzelf?”

DP: “Wij hebben de concurrentie nog niet gehoord. Wij kennen zelfs helemaal niemand. Wij zijn persoonlijk wel benieuwd naar Ali Gay. Wij hebben zo’n mintgroen vermoeden dat hij wellicht ook iets doet met een knipoog naar de multi-culti-sfeer. Onze kansen schatten wij redelijk tot goed in, maar ach… Wij zijn eigenlijk niet zo nadrukkelijk uit op winst per se. Wij willen vooral een goede act neerzetten en het publiek naar huis laten gaan met een overgetelijk leuke herinnering.”


E: “Wat gaat U doen om de overwinning te vieren of het verlies te verwerken?”

DP: “Daar hebben Wij eigenlijk nog helemaal geen beeld van gevormd. Wij vermoeden dat het in beide gevallen uitdraait op een lang naproosten tijdens het after-party-dansfeest. Bij verlies zullen Wij ons gezellig geschaard voelen onder de andere 13 verliezers, maar mochten Wij echter misschien toch nog winnen, dan zullen Wij, naast het versturen van eindeloze hoeveelheden trotse e-mails inclusief Beelden van De Prinses naar al Onze Onderdanen, per decreet een Nationaal Feestjaar afkondigen in De Hooglanden. Wij zullen een jaar lang iedere dag Onze act op Het Kasteel ten gehore en gezichte brengen. Een ieder die het maar wil horen en zien, kome kijken. Ook onderdanen uit De Laaglanden zijn uiteraard van harte welkom.”


E: “Waarom zou U moeten winnen?”

DP: “Nou kijk, dat winnen is dus niet per se prioriteit nummer 1. Wij gaan uiteraard ons bovenste best doen voor het COC Leiden, maar Wij zijn in dit geval persoonlijk meer geïnteresseerd in het bijdragen van steentjes op sociaal-maatschappelijk vlak. De vrijheid om jezelf als individu te uiten staat centraal, en Wij fungeren als middel daartoe. Als op 23 december de persoonlijke uitingsvrijheid zal zegevieren, zijn Wij intens gelukkig. In Onze eigen wereld van De Hooglanden daarentegen zijn Wij natuurlijk, los van elke aanleiding of doel, bij voortduring de enige echte, immer schitterende Prinsesselijke Parel.

Wij hopen dat Wij u hiermee afdoende van dienst zijn geweest. Wij brengen bij dezen onze zeer hartelijke groets en liefs over aan alle lezeressen en lezers van uw prachtige blad, aan alle andere aanverwanten van het COC Leiden, en aan een ieder die ze om welke reden dan ook graag ontvangen wil.”

Groets en liefs,

Prinses Lesley, namens Chladmai.