Knutsele met taal

“Dat ging bijna net niet helemaal goed!”…


uitdrukkinge-die-in-vraagstelling-worde-gezet:

ontsteekt u wel eens in woede?
maakt u wel eens naam?
bakt u ze wel eens bruin?
schrikt u zich wel eens een ongeluk?
geeft u wel eens taal of/noch teken?
werkt u wel eens iets bol?
Boomt u ook wel eens iemand dwars?
Licht u wel eens pootje?


Jolle Petolle, Hallootje Petootje, Noutje Petoutje (begroetingen)
De Hageltjes (periodiek puzzelboekje, samengesteld en gemaakt door De Prinses op de lagere school)
‘Hm?’, ‘Meuh…’ (op karakteristieke manier uitgesproken bij verraste verbazing en berustende teleurstelling)
De miezers, de drups, de bakken (gradaties in neerslag)
In de ‘klaksie’ schiete (door een prikkel/verrassing/schrik in opperste staat van alertheid/op tilt staan)

Uit de keuken: ‘tata’s’ (aardappelen tot frietjes gesneden), ‘oranje bol’ (sinaasappel), ‘rode bollen’ (tomaten), ‘natwit’ (melk), ‘dikwit’ (blanke yoghurt), ‘smulpasta’ (bepaald merk kwark), ‘de peppers’ (pepertjes), ‘de pretpoeder’ (bepaald busje smaakversteviger), ‘knaagje’ (stukje kaas voor uit-het-vuistje- maar dan het laatste deel met veel korst), warme kokolademelk, ‘roko’ (rode kool), ‘boeko’ (boerenkool), ‘apies’ (aardappelen), ‘proe’ (geel korrelig papje van ei en kaas en melk – roerei dus – en de naam komt van “roux~” vandaan), ‘groentekledder’.
apupoe (aardappelpureepoeder), grasboter (roomboter), bamme/bammetjes (boterhammen), ‘maca’, ‘spina’.

Ploppe (uit verpakkingsmateriaal de lucht ‘ploppen’, het liefst met de voeten waarbij de benen steeds hoog opgetild worden, de ellenbogen groots heen-en-weer maaien, alles uitgevoerd met over-enthousiast gezicht met vrolijke ‘hoi’-geluiden uit de mond bij iedere plop.)

Omklappers:
steel hevig
wonderdolk – donderwolk
volstouwen – hol vouwen
stier fucks – ‘fier stuks’
lome baantje – bome laantje
keivrezen – ‘vrijkezen’
bedhoekje – het boekje
lelwekker – wel lekker
dropogen – opdrogen
ga heen stakker – steenhakker
drollandse haai – hollandse draai
kuitenband – buitenkant
schijnmacht – mijnschacht
de baarde van art – de aarde van bart
get him low – let him go
kuilschelder – schuilkelder
alle koekjes uithamme – alle hoekjes uitkamme
feetjebel
Snareruiter > Snaterruite
koptieper
taaidrop
zakbijl
blijgaan
schijtthema
mavohopjes
saainetje
basweer
hoor-wars > war-hoors/horse
nattekont > kat en hond
flauwe bloei
porrige Mas > morge pas
kaal zerkje
drummer naaien > (telefoon)nummer draaie
rattebijtje
opelkaar > koppelaar
scheit teelt > scheelt tijd
bel een sneetje > snel een beetje
schijnmacht – mijnschacht
de baarde van art – de aarde van bart
get him low – let him go
kuilschelder – schuilkelder
alle koekjes uithamme – alle hoekjes uitkamme
hippe kok – kippehok
flaterwekke – watervlekke
buikdood
hinkelwaken
afwasseling van de wicht

Neologismen / kofferwoorden:
prakkipeinze
bekijkluisteren
bokkemokken
automagisch
buizebanke
piepklage
mengroere
Pleziergang
Thuismantele
foetsieverdwene
ongeduurlijk (samevoeging van ongeduldig, ongerust en ongedurig)
begreepvergete

Alliteraties:
Leslolletjes
Hoffelijke Heli
Koninklijke Kijkjes
Prinsesselijke Plons
baggerbak (Muzikale duiding. Voor het grote publiek: heftige, niet-luisterbare chaos, voor de liefhebber: fascinerende, complexe virtuositeit. Naar ‘Fresh Air’ – J. Akkerman)
broddelbrij
bababahar
mierepierezwiere
harjoos
takjes thuis anders klapjes kollektere
tempotokkie
haasthork
vaartvent vaartvlegel
snelheidsatan snelheidschurk
racerekel
knikkende kniee
klotsende oksels
klapkuiten
stampvoeten, klappertanden, schokschouderen en trekkebekken.
Kunstzinnige Kiekjes
Majestueuze Makke
Vorstelijke Versnaperingen
Lesleyquiditeite
Royale Rookartikelen
De Prettige Pingel (Een zeker persoon die gitaar speelt)
De Luchtkolom (blokfluit spelend)
De Bonte Bijklets
pieppauze
In de gouwe geit

sapso luutso
zweetappe
Miss Daad
Klimburg
donderzoekers (= storm chasers)
De hoereca
dragflag = draagvlak
droltrap
“strontuit irritant”
De crackspert (crack/expert)
pornopark schaamharen
pa had je talen > patatje halen
vla genoten > lage noten
bezem stelen <> bezemstelen
ze is toch niet nu al aan het demontere?!
de chemokar komt langs en roept om: u kunt uw chemicaliën nu inleveren”, en ik versta eve “u kunt uw genitaliën nu inlevere”.
bescheidenis [= vertyping van geschiedenis]
nav “ik ben bang van ook” bedenk ik “ik heb zoon vermoede van inderdaad”.
een oud vara-conifeer

holle met honde
zwemme met paarde
spinne met katte
KATTE MET SPINNE
slape met slakke
geite met geite

Pleonasmen:
schietpistool
luistermuziek [= muziek waarnaar je luistert; jan smit is geen luistermuziek]
loopschoene
knipschaar
kookfornuis
geurparfum
prostitutiehoer
explosiebom
een studie-etude
snijmes

Wat is een ijdel idool in tengels? a vain idol.
Wat is een ijdele ader in tengels? an idle vein.

normAliter
ideAliter
globAliter

Taalgrapjes:
tourja of tournee
Rijk de gouden-kalf-uit-het-raam-Gooyer
vraag haar maar naar haar raar-maar-waar-haar
Wat zegt Matt Demon als ie de telefoon aanneemt?…
‘Waar een Bruce Wil lis een weg’
‘Mag ne tron wél of mag ne tron niet?’
Volgens mij is Linda de Mol. Volgens ons is John de Mol (Wie is de Mol 2002)
spreekt u ook gebaretaal?
een vervangschilderij is eigelijk een doekje voor het bloede.
“je loopt rood in de armies”
olleke bolleke reempie solleke, ankie broekers knol
wat ik bij cnn cie cie ik bij de bbc nie | wat ik bij bbc zie zie ik bij cnn nie
ze hout beel / houwt beel. (houwt beeld / beeldhouwt)
Mazonnabril (zonnebril á la Madonna)

take a knee = kniele
stuk = knappe jongen , stoot = knappe meid

hupseboeps hangetang kellebelek (naschrift admin: variatie op ‘hadseflats’ van Bert Visscher?)

trouble in the backyard = andere naam voor pain in the ass

wijsneus = en profiel-foto van iemand met neus die eindigt in pijl

broeikasgasvoetafdrukschaamtecomplex (leuk scrabblewoord)

Puzzelwoorden:
zwijn(tje) = geluk(je), bof(je), gelukstreffer, mazzel(tje)
snek = deel van uurwerk ??
lion = salonheld
duts = sufferd
wam = halskwab
zu = babyloniese god?
taan = bruingele verfstof?
lar = soort aap
lori = soort aap?
stère = kubieke meter
rips = soort stof
tamarisk = sierheester
emt = mier??
obus = granaat
tab = kaartruitertje
hui = melkwei
lala = middelmatig
loosheid = sluwe daad
vaar = schroefbout
oreade = berggeest
gemelijk = narrig
obi = judoband?
ugli = citrusvrucht
krek = net zo (juist, precies)
lezer = sprokkelaar
zijl = afwateringssluis
sela = rustteken
rong = spijker?
nenia = dodenzang
inept = ongerijmd
acces = aanval van koorts?
relict = overblijfsel
trips = donderbeestje
mots = wijde vissersbroek
rink = rolschaatsbaan
morendo = wegstervend
gelp = welig groeiend?
sion = jeruzalem
odium = wrok?
kee = ijsbewaarplaats op boot?
abaca = hennepsoort
lavas = keukenkruid
bola = indiaanse lasso
troop = beeldspraak
hee = vlasafval
beemd = grasland
ogief = puntboog
oasis = steekschuim voor bloeme
uitstek = kroonlijst. — bij uitstek?
smook = dikke rook
ocel = puntoog
arsis = beklemtoonde lettergreep
lats = broekklep
mare = bericht ??
amant = minaar
tarok = oud kaartspel ?
argot = dieventaal ?
agel = palmvezelstof?
aamt = runderziekte
adkak = boshond
glui = stro voor dakbedekking
cree = canadese indiaan
blurb = flaptekst
nijdas = chagrijnig mens
caduc = afgeleefd?
wui = soort haspel?
roep = bekendheid
sak = ouderwetse japon
oreid = kunstgoud
noveen = gebedsoefening
but = oogmerk
vont = doopbekken
vadel = inhoudsmaat
bag = edelsteen
anoa = buffelsoort
bête = sullig
introïtus = inleidingsgezang
arkel = uitbouw
kata = oefenvorm bij judo
oets = mallejan
mana = bovennatuurlijke macht
salmi = wildgerecht
mare = bericht [tijding was/is ook mare]
adten = in 1 teug leegdrinke (stud)
xanten = plaats in duitsland
reek = kleine eg
mas = goudgewicht [al naar mas gedaan]
leis = riem voor jagershonde
bims = puimsteengruis
romo = eiland in de waddezee [nl in denemarke]
saz = turks snaarinstrument
pagaai = roeiriem
kid = paardje
trips = donderbeestje
mess = officierskantine
kift = jaloezie
stentor = heraut voor troje
sifon = spuitfles
raai = denkbeeldige lijn
spreng = bron
lanoline = wolvet
naga = brilslang
alla = in de stijl van (muz)
dikkop = kikkervisje
ulk = soort bunzing
rekel = mannetjeshond
broes = sproeikop
zult = hoofdkaas
mik = mengsel
opper = hooistapel
vleet = alle haringnette van een schip [al naar ar gedaan]
latafel = ouderwets bergmeubel [verg ben je nou helemaal belatafeld?] [al naar ar gedaan]
roeland = paladijn van karel de grote?
ria = overspoeld rivierdal
merg = diepste wezen
loer = kunstprooi
urdu = taal in pakistan
tanen = vaalgeel kleuren
oekaze = streng hoog bevel
irun = stad in spaans baskeland
builen = soorte bloem en zetmeel scheide
dilt = hooibergplaats
ice = methamfetamine
umer = zuivelproduct
reno = franse acteur
menora = joodse kandelaar
fiool = sierlijk flesje
pramen = aanporren
danig = zeer groot
patsen = dik doen
lapse = samische vrouw
emer = tarwe?
ressort = springveer?
eirene = griekse godin van de vrede
irun = stad in spaans-baskenland
karveel = oud zeilschip
ardent = vurig
lotte = zeeduivel
soka = caribische dans
urinoir = vespasienne
futon = oprolbaar matrasje
anorak = regenjas
ulster = regenjas
satraap = heerszuchtig mens
noria = bevloeiingstoestel
slat = vleugelvoorrandklep
tartan = schotse geruite stof
hydrant = brandkraan
mara = pampahaas?